Deze sierui uit de categorie reuzenbiesloken is vermoedelijk een kruising die soms wordt toegeschreven aan Allium angulosum, A. senescens of A. lusitanica. Duidelijk een geval van verloren label dus, want een Amerikaanse kweker trof haar aan in de tuin van een klant.
Ze loopt vroeg uit en bloeit de hele zomer met 5,5 cm grote schermpjes en houdt daarbij fris groen blad.
Het is een zeer goede bron van nectar voor bijen.
De bloemen doen een beetje aan een minaret denken. De puntige knop barst open en dan gaan de gele belletjes daar heel elegant uit hangen.
Uit zuid en centraal Europa tot en met de Kaukasus.
Ik zag ze samen met Santolina, Satureja, tijm en wilde lavendel in de bergen bij het zuid-Franse Forcalquer en oostwaards. Ze zaait zich hier ook lekker uit. Leuk dus voor je mediterrane kruidenborder.
Tja, gewone bieslook dus.....
Snijd er lekker veel van, dan groeit er ook veel terug.
Niet kapot te krijgen.
De bloemen mag je ook een keer eten, of als decoratie gebruiken.
Maar eerst trek je de bloem stelen er aan hun nek uit, want die zijn te taai om te eten.
In grote groepen is dit een indrukwekkende bloeiende sierplant voor het najaar, punt.
Maar bovendien is het een onbekend en in Azië zeer geliefde groente of keukenkruid. Het blad is plat en heeft een aangename milde knoflooksmaak. De stervormige bloemen zijn zuiver wit. Daslook, maar dan sierlijk rechtopstaand op lange stengels en de hele zomer oogstbaar.
Massaal planten. Of uit budgettaire overwegingen elk tweede jaar scheuren tot je genoeg hebt.
Vanwege de rangorde der zinnen heeft deze ogenschijnlijk nog meer citroengeur dan gewone verveine die al meer naar citroen geurt dan citroen zelf. De ogen gaan immers voor de neus. Deze geelbladige vorm prikkelt de zinnen nog meer dan we tot nu toe voor mogelijk hielden.
Ze proberen in de winter hun blad te houden. Meestal valt dat einde van de winter toch af. Zodra het warmer wordt lopen ze snel weer uit.
Officieel geen ijzerhard, wel ijzersterk.
Dit geschenk van de goden uit Chili is mijn kampioen citroengeur.
Het blad ruikt meer naar citroen dan citroen zelf naar citroen geurt. In Frankrijk heet ze Verveine, Italianen noemen haar Limoncello.
Zet ze ergens waar je in het voorbijgaan een blaadje kunt meepakken. De minuscule witte bloemetjes in schermen zijn net wolkjes. Knip naar hartenlust, dit schatje groeit en bloeit maar door.
Ze mag dan ook veel meer water en voeding dan je zou denken.
Dit is hem, gegarandeerd de echte gestekte Franse dragon. De proef om dit vast te stellen is een blaadje op de tong leggen, als het brandt zit je goed. Echte franse dragon kan niet worden gezaaid. Zaaien kun je alleen Russische dragon, dat is een woekerend onkruid met nauwelijks smaak dat ook nog veel te vaak als plant wordt aangeboden.
Natte winterkou kan Franse Dragon in de problemen brengen.
Voornaam keukenkruid.
Deze oude vriend was in 1994 vaste plant van het jaar.
Heerlijke frisse muntgeur, sierlijke, luchtige en langdurige bloei, ongedwongen bossige groei en glimmend rond blad.
Er bestaan ook vormen met meer behaard blad. In de Pyreneeën noemen ze die bergmunt.
Wolkjes porselein wit en geur voor tuin en Italiaanse keuken.
Omdat in de supermarkt altijd zo gemeen de worteltjes er af zijn gesneden: Het echte citroengras uit de Aziatische keuken als plant.
Citrus geur met een vleugje roos.
In Thailand is het bijna een onkruid maar ze moet bij ons als potplant worden gehouden
Vochtig en zo warm mogelijk in de zomer, droog overwinteren rondom 00C.
Rucola is een heerlijk kruid dat bij bijna alle Italiaanse gerechten en elke pasta past.
Over pizza of pasta strooi je er een pittig fris laagje gesneden rucola blad op net voor het serveren.
Het groeit wild in de oude stadswal van Maastricht en bij ons bovenop de bijenstal.
Als je niet in oud Maastricht of Aalbeek woont beter een paar uitplanten en laten verwilderen.
'Smokey' heeft nog iets donkerder blad dan de bronsgroene Foeniculum vulgare var. rubrum.
Dat donkere blad vind ik net iets aangenamer voor mijn vasteplanten borders.
De smaak is gelijk aan die van gewone groene venkel. Heel vaak gebruiken we het niet in de keuken, dus dan kan het maar beter ook een beetje sierlijk zijn.
'Meidrank' zeggen de Walen vanwege de frisse voorjaarsdrank gemaakt met het blad en de bloemen. Het is bovendien een traditionele (ouderwetse) makkelijke bodembedekker voor de niet te droge diepe schaduw. Zet ze maar in vergeten hoekjes onder de struiken.
Wanneer Asperula wordt gedroogd neemt de hooi-geur toe, de stof die dat veroorzaakt heet cumarine (in grote hoeveelheden giftig). Een bosje aan het hoofdeinde helpt dankzij dat stofje bij het inslapen.
'First Gold' is een door Wye College ontwikkeld en in 1996 geintroduceerd bierras met grote decoratieve bellen, geschikt voor alle soorten bier. Het bevat 6-9% alpha zuren en is zeer ziekte resistent.
Het heeft een pittige mild bittere, fruitige sinaasappelsmaak met soms zoete aroma's van geranium en magnolia.
Dit ras blijft met 150 tot 350 cm veel lager dan andere rassen.
Handig ook voor de wat kleinere biertuin.
'Nordbrau' is een bekend vroeg ras voor het brouwen van bier. Het is een sterke groeier. De hopbellen zijn rijk aan bitterstoffen, de grondstof voor bier, met 8-9% alpha-zuur.
Dit zijn uiteraard gestekte planten, dus altijd vrouwelijk. Mannelijke planten in de buurt zijn ongewenst omdat de bellen dan zaad vormen en te veel bitterstof.
Hop heeft ruwe stengels en groeit 12 cm per dag. Jaag ze een boom in.
De jonge scheuten worden als delicatesse gegeten.
De witte vorm.
Besprenkel mij met Hyssop Heer en als u dat doet, doe het dan met de witte. (Asperges me, Domine hyssopo alba)
Rijk bloeiende armeluis lavendel met een opwekkend geurtje.
Je kunt er een kruidenthee van maken tegen hoofdpijn, die ook hoofdpijn kan opwekken.
Verplicht onderdeel van elke kruidentuin.
Een zeer lage zuiver witte echte lavendel.
Vrijwel identiek aan 'Nana Alba', alleen iets groeikrachtiger.
Helaas, is nog steeds 95% van wat als echte witte lavendel wordt verkocht witte lavandin; die grote verhoutende struiken. Die andere 5% staat op onze kwekerij.
'Arctic Snow' hebben wij in Nederland geïntroduceerd, het is een traag groeiende compacte zaailing die we kregen van onze inmiddels al lang gepensioneerde Engelse collega Martin Tustin.
"Elegant ground hugging" zou een van onze lavendelvrienden deze noemen. De takken liggen als het ware op de grond. Blijft mede daardoor mooi vol, ook in de winter.
Een goede variëteit ook voor culinaire toepassingen, met wijdopen bloemen.
Tamelijk sterk geurend.
Heerlijk eigenlijk, deze. De bloemen beginnen wit en blijven dat lang tot ze bleekjes roze kleuren.
Een oude roze-bloeiende variëteit.
Een trage groeier met een goede habitus. Vrij lange, wat open aren.
Het blad is grijzer dan bij 'Loddon Pink' de bloemen zijn veel bleker dan die van 'Rosea'.
Aangenaam zoet van geur.
Lijkt op 'Beechwood Blue' maar iets kleiner en meer spreidend van groeiwijze, kortere bloeiaren, grijzer en meer aromatisch blad.
'Hidcote' blijft iets lager. Introductie van voor 1963 door Thomas Carlile, Loddon Nurseries, Berkshire, Engeland.
Een goede, vrij donkere vinden wij en de Royal Horticultural Society beaamde dat met een Award of Garden Merrit.
Langgerekte aren met lichtroze bloemen. Midden hoge bossige planten met vrij groen blad. Goed van geur. Introductie van voor 1950 door Thomas Carlile, UK.
'Loddon Pink' is super, eerst heel lang wit en dan langzaam meer en meer roze.
Een van de witste onder de roze.
Nederlands erfgoed geïntroduceerd door Moerheim en afkomstig van Kasteel Middachten in Rheden voor 1923. Waarschijnlijk een zaailing uit in Frankrijk wild verzameld zaad.
Licht van kleur met relatief donkere knoppen. 'Middachten' heeft de reputatie wat vocht gevoelig te zijn, dat kunnen wij niet beamen.
Oud Hollandse lavendel.
Dit is wellicht de beste en meest vitale roze. De bloemen in langgerekte aren hebben als ze open gaan een donker sterretje (net als 'Little Lottie').
Een gezonde krachtige groeier. Goed sluitend grijs blad. De struik heeft een mooie vorm. De geur is prima.
Geïntroduceerd door Norfolk Lavender.
Onze favoriete roze. Lekker gezond en groeikrachig.
Deze is in de jaren 90 vanuit Frankrijk ingevoerd naar Nieuw Zeeland en daar door Peter Smale benoemd.
Sindsdien ook wel bekend als de drie doelen lavendel; olie, bosjes, sier.
De olie wint regelmatig gouden medailles.
Hij groeit bijzonder snel zodat 5 of 6 per m2 voldoende is. Lange (7-10 cm) onderbroken aren met violette bloemen en donkere knoppen.
Een professionele performer.
Deze Hollandse lavendel lijkt iets op 'Royal Purple'. Bloemen zijn extra geschikt voor zakjes, boeketten en om 'tussie mussies' mee te maken, zegt men, vanwege de lange bloemstengels.
Helaas is het niet zeker of we tegenwoordig nog de originele 'Twickel' hebben. Wij en onze bondgenoot collectiehouder in Engeland hadden tot voor kort samen wel 7 versies van deze cultivar.
Het kasteel staat in ieder geval wel nog.
Een Frans veldras voor de productie van etherische olie, nauw verwant aan 'Grosso' maar misschien nog iets compacter.
Net als 'Grosso' spreidt 'Séguret' haar bloemstengels breed uit waardoor ze in bloei meer breed is dan hoog.
'Séguret' is aangenaam zoet van geur.