Deze oude vriend was in 1994 vaste plant van het jaar.
Heerlijke frisse muntgeur, sierlijke, luchtige en langdurige bloei, ongedwongen bossige groei en glimmend rond blad.
Er bestaan ook vormen met meer behaard blad. In de Pyreneeën noemen ze die bergmunt.
Wolkjes porselein wit en geur voor tuin en Italiaanse keuken.
Nieuw en bijzonder vanwege de diepblauwe kleur met een zilveren glans en dat dan bovendien dubbel.
Mochten ze wat roestig worden na de bloei; knip ze dan tot de grond terug en je hebt nergens last van.
Zeer geschikt als snijbloem ook.
De bloemen van dit gevulde persikbladklokje verkleuren van heel zacht violet naar bijna puur wit. Het zijn heerlijke dotjes, watjes bijna.
Prima winterhard en makkelijk natuurlijk, voor jarenlang plezier.
Dit inheems klokje groeit van nature graag op kalkhoudende zandige leem langs de rivieren en in Zuid Limburg.
Het blad kan rauw worden gegeten in salades, de wortel, die een beetje op radijs lijkt, kan vanaf oktober de hele winter worden geoogst.
Als bron van voedsel heeft de perzikkruiduil (Melanchra persicariae) de oudste rechten.
Lijkt op Carex comans 'Bronze Form' maar dan iets groter en met breder blad. Het doorbuigend bronsgroen blad heeft oranje punten en kleurt in de herfst naar levendig roestig oranje. Op een vochtige plek in de zon kleurt het blad het best.
Deze, zo werd mij ooit verteld, zou niet winterhard zijn, maar wij weten uit ervaring dat dit een van de betrouwbaarste bladhoudende grassen is dat hier al vele jaren met kleurig fris blad glansrijk de winter doorstaat.
'Stephi' is een recente, vrij compacte introductie die rijk bloeit in een heerlijke dromerige kleur.
Ze heeft net als Perovskia een mediterrane uitstraling en wordt ook veel in mediterrane beplantingen toegepast ook al zijn beide van oorsprong Aziatisch.
Knip ze net als Buddleja en Perovskia in het voorjaar diep terug. Verder heb je er geen omkijken naar.
Tamme kastanje komt van nature voor in Zuid Europa, N.W. Afrika, van Marokko, tot Pakistan. Gekweekt worden ze vooral in de Ardèche en op Corsica. In Nederland zijn ze ingevoerd door de Romeinen.
Ze vormen een goede vroege bron van stuifmeel voor wilde bijen en andere insecten. De vruchten zijn rijk aan eiwit en zetmeel. We eten ze graag met spruitjes.
Het hout is zeer duurzaam en wordt speciaal gekweekt voor palen en hekwerk.
Ze groeien aanvankelijk traag maar kunnen uiteindelijk heel oud en hoog worden.
Kan vanwege de hoogte alleen op een pallet worden verzonden. Verzending in pakket is helaas niet mogelijk.
Ook dit is een bladhoudende, dus vroeg bloeiende cultivar. Daarom is het aan te raden pas na de bloei te snoeien.
Ze wordt uiteindelijk zo'n 1,5 tot soms 3 meter hoog.
Een mooi maatje voor een Californische sering bijvoorbeeld tegen een warme muur naast de voordeur.
Fijne diepe kleur.
De bolle blauwe bloemenzee uit je dromen.
De voorjaarsbloeiende relatief lage Amerikaanse sering bloeit rijk met blauwe, iets zilverachtige bloemetjes in trosjes.
Ze groeit traag, maar kan uiteindelijk flink breed worden.
het is een van de meest winterharde Ceanothus.
Snoeien na de bloei.
Nou ja zeg; witte rode valeriaan.
Gewoon een vergeten bloem voor je witte border.
No nonsense plant die in alle tuinsferen past.
En bovendien heel mediterraan, zonaanbiddend en insektenvriendelijk.
Zo'n feestelijke ouderwetse plant waar heel veel mee kan. Ik zag ze voor het eerst lang geleden groeiend op een muur in Zuid Frankrijk. Je kunt ze laten verwilderen in een berm maar ook in een prairie of gewone border doet ze goed mee.
Het blad is rauw en gekookt eetbaar, de wortel kan in soep.
Herontdekt zeg maar.
Zichtbaar verwant aan Scabiosa, deze hoge strak omhoog groeiende en stevige plant met bloemen in een romig zachtgele kleur. Het wordt het een statige plant die zich royaal uitzaait. Onze regionale radio-tuin-vraagbaak, Loek Peters, had vanwege zijn flamboyante alpinopet de bijnaam: 'grote plathoofd'. Het is ook een plant die hem vanwege het natuurlijk karakter zal bevallen.
Ze staat massaal in onze tuin.
'Treneague' is een niet bloeiende kloon van Roomse Kamille. Hij vormt een zeer compacte platte sterk geurende zode. Een eigen veldje van deze appelkamille om met blote voeten te betreden is grote rijkdom die appel-badschuim ver achter zich laat. Bedenk wel dat de reputatie makkelijker dan gras niet helemaal terecht is. 'Treneague' moet absoluut zon hebben en liefst een beetje zandige grond. Reken op 7 tot 9 stuks per m2.
Heel veel bloemetjes met als hoofddoel; veel geur verspreiden.
Iets ijler, compacter en rijker bloeiend dan 'Aztec Pearl' en ook wat winterharder maar even sterk geurend.
Het blad komt meestal verrassend ongeschonden door de winter. Maar toch liefst iets beschut planten.
Elegant fijn sterretjes blad zomer en winter.
De meeste Cistus soorten komen van nature voor op zure grond. Deze troffen regelmatig aan in kalkvegetaties onder andere in Zuid Frankrijk en Noord en Zuid Spanje. Dat is goed nieuws omdat onze bodems over het algemeen kalkrijk zijn, zeker hier in Zuid Limburg.
Ze heeft een compacte groeiwijze, heerlijk beige-grijs blad en bloemen van feestelijk roze crêpe-papier.
Een kreukelig lief eendagsbloemetje dat strak trekt in de loop van de dag en tegen de avond uitvalt. En dan de volgende dag weer nieuwe kreukels. Elke dag een verse vlucht bloemen, dat is Cistus.
Dit is een van de soorten waar de hars traditioneel van gewonnen wordt. De laudanum waar een van de drie koningen mee bij kindeke Jezus op kraamvisite ging.
Groengrijs blad, zomer en winter.
Ten noorden van de Seine alom geprezen als de meest winterharde Cistus. Groot, aromatisch donkergroen glimmend blad. Bloemen wit met een geel hart.
Het is een wat rommelige struik met bloemen luchtig op lange stengels.
Veel van de andere redelijk winterharde cultivars zijn kruisingen met C. laurifolius.
Snoeien; niet, of lichtjes meteen na de bloei.
Over deze en andere Cistus bestaat veel verwarring. Ze worden vaak veel groter dan wordt beweerd en je kunt ze niet kort houden met snoei, want dan bloeien ze niet. Ook wordt vaak onterecht beweerd dat ze van kalk houden, want dat doen mediterrane planten nu eenmaal.
Dit is met 1,5 tot 2 meter een forse bladhoudende struik voor een beschutte standplaats. Het blad is groot en gerimpeld.
Hoewel we de plant die we 20 jaar geleden kregen inmiddels kwijt zijn voordat we er veel ervaring mee konden opdoen proberen we het nog een keer met deze zeer diverse soort. Het is niet de meest winterharde in ons sortiment. Geef haar dus een beschutte standplaats. Een beetje schaduw zou ze verdragen, maar in de zon bloeit ze nog rijker.
Salieblaadjescistus.
Een grote struik vooral bewonderd om de tot 8,5 cm grote bloemen.
Wordt gewoon hoog, niet snoeien!
Je moet er plaats voor hebben, maar dan heb je ook wat. Zo lang de winters het toelaten.
De kruising van C. ladanifer x C. populifolius.
Zuurminnend.
Deze kruising van C. x canescens met vermoedelijk C. laurifolius gevonden door J. E. Sammons lijkt sterk op C. argenteus 'Peggy Sammons' maar heeft kleiner blad. De bloemen zijn zacht zalmroze en 5 tot 6 cm groot. Ze verdraagt tot -15oC en neutrale of licht kalkhoudende grond hoewel ze liever wat zuur staat.
Erg rijke bloeier met een lichte neiging tot zichzelf quasi dood bloeien.
Die feestelijke rode lampionetjes zijn de knoppen aan rode bloemstengels waar de zuiver witte bloemen uit vlinderen.
Het donkergroene ruwe blad en de compacte struikvorm geven de plant daarna blijvende waarde.
Deze kruising van; C. populifolius x salviifolius heeft de winter van 2010 nipt overleefd.
Zo'n 12 jaar lang daarvoor was ze bij ons probleemloos winterhard. Inmiddels staat ze al weer 5 jaar.
Gedurende anderhalve maand verandert dit monster in een grote witte berg. Na 8 jaar mag je rekenen op 3 x 3 m. Als een extra strenge winter er tenminste geen eind aan maakt. Beschut planten dus.
Dit is een van de weinige Cistus soorten die snoei verdragen.
Groot langwerpig, lichtgroen gekroesd blad.
Perfect ronde zelf vullende bolvorm.
Een handzame struik met zuiver witte bloemen van 5 centimeter doorsnee en fijn smal blad.
Een van de meest winterharde en meest rijk bloeiende. Het is een kruising van Cistus laurifolius met Cistus monspeliensis.
Cistus laurifolius is altijd goed voor dat beetje extra vorstbestendigheid in een kruising.
De kleinste die wij kennen. Zeer kleine, maar even talrijke bloemetjes en klein fijn blad. Bij ons worden ze niet groter dan 30 cm.
De kruising van C. salviifolius x C. inflatus.
Ze zijn niet zo standvastig als Helianthemum maar wel zeer leuk.
De nog net geen Helianthemum Cistus.