'Regina' is een kruising uit 1981 van 'Schneiders Späte Knorpelkirsche' (dat zijn de grote kersenbomen op onze kwekerij) met 'Rube'. De kersen hebben een bijzonder goede smaak en aroma en weinig last van barsten, ze rijpen relatief laat, eind juli.
Ze is zelfbestuivend, maar andere kersenrassen in de buurt geven meestal een wat hogere opbrengst.
Dit zijn kleine boompjes, dus goed te verzenden. Omdat ze laag veredeld en als zuilvorm gekweekt zijn blijven ze klein.
'Sylvia' is een vrij late (eind juli), zelf bestuivende zuilvormige zoete kers. Het blijft een smal opgaand, klein boompje, dat weinig snoei vraagt. Als zuilvorm kan ze ook in pot op het terras worden gehouden.
Kruisbestuiving met andere rassen zal de opbrengst verhogen.
In de volle grond hoef je ze ook geen water te geven en vergt ze nog minder onderhoud.
Eindelijk kunnen we ook deze klassieker van voor 1850 uit ons lieve buurland aanbieden. Ze heeft zeer goed smakende grote donkerpaarse vruchten met groen-geel vruchtvlees die vanaf half augustus rijpen. Ze is zeer ziekte resistent.
Ze is prima zelfbestuivend, maar de opbrengst kan worden verhoogd door kruisbestuiving met 'Anna Spath', 'Czar','Monsieur Hatif', Opal', 'Reine Claude d'Althan' en 'Victoria'.
Met mate snoeien in het voorjaar.
Zuilvormige pruimen zijn een recente ontwikkeling. Ze maken hele korte vruchtbare zijtakken waardoor ze als een ± 80 cm brede kolom groeien en snoei vrijwel niet nodig is. Ze kunnen dus ook in pot maar in de volle grond vragen ze veel minder aandacht. 'Mirabelle Ruby' is zelfbestuivend, maar zoals vaak het geval: de opbrengst wordt nog beter wanneer ze worden kruisbestoven, bijvoorbeeld door: 'Mirabelle de Nancy', 'Opal' of 'Victoria'. Het vruchtvlees is geel-rood, de smaak is zoet met een vleugje perzik.
'Opal' is een van onze favoriete pruimen. Ze is gezond, makkelijk en redelijk zelfbestuivend. Ook kan ze als bestuiver een rol spelen voor andere rassen zoals 'Victoria'.
Het vruchtvlees is geel en het velletje heet blauw te zijn, maar dan wel pruimenblauw.
Deze zelffertiele pruim, in 1860 gevonden in Frankrijk, is tamelijk groeikrachtig. Als laagstam blijft ze relatief klein. De grote vruchten rijpen in augustus. Ze zijn zeer zoet, aromatisch en sappig.
Hoewel ze prima zelfbestuivend is kan bestuiving door bijvoorbeeld 'Bleue de Belgique', 'Reine Claude d'Althan' of 'Victoria' de opbrengst nog vergroten.
Dit stokoude ras is nog steeds zeer geliefd. In de loop van augustus rijpen de zoete, aromatische, groen-gele vruchten.
Pruimen moeten voor een goede opbrengst worden bestoven door een ander ras. Als je plaats hebt, plant dan bijvoorbeeld een van de volgende rassen erbij, of probeer de buren te overtuigen dat te doen: 'Anna Spath', 'Belle de Louvain', Monsieur Hatif, 'Hauszwetsch', 'Opal', 'Reine Claude Althan', Reine Claude d'Aullins', 'Reine Victoria', 'Czar' of 'Stanley'.
Ook 'Stanley' is zelf bestuivend. Maar als je er plaats voor hebt plant dan een aantal verschillende rassen, zowel om de oogst te spreiden, de opbrengst te verhogen als omwille van de subtiele smaakverschillen.
De grote ovale, sterk berijpte vruchten rijpen omstreeks eind augustus tot half september.
Na de oogst of in het voorjaar licht snoeien in vaasvorm zodat de zon diep in de kroon kan doordringen.
Nog zo'n lekkere pruim, het ljkt wel of we ze `zelf hebben uitgezocht.
Ook deze is redelijk zelfbestuivend hoewel de vruchtzetting altijd beter is als er een ander ras in de buurt staat. In dit geval bijvoorbeeld 'Opal'.
'Victoria' is zoet- aromatisch. Pruimentijd is het eind augustus.
In onze tuin staat een inmiddels redelijk grote, wat rommelige zaailing waar we elke winter de noten van genieten. Ze hebben een wat dikke schil maar smaken prima.
'Robijn' is geselecteerd op resistentie tegen late nachtvorsten.
Dit is een netjes opgekweekt boompje met een mooi rechte stam en een bolrond pruikje.
Het is de eerste fruitsoort die bloeit en dus waardevol voor hommels, bijen en andere insecten.
Na bijna tien jaar komen we er eindelijk aan toe deze te vermeerderen en ik werd er bovendien pas onlangs op gewezen dat longkruid erg geliefd is bij sluipwespen die luizen uitroeien.
Het kan bijna niet mooier: Vroege bloei en het hele jaar zilver bodembedekkend blad.
Tijdens het groeiseizoen staan ze graag vochtig.
Zeer rijk bloeiend in het vroege voorjaar. Na de bloei groeit het gevlekt blad uit voor de rest van het seizoen.
Wat zwakker in de diepe schaduw. Geef ze dus eventueel wat meer zon als ze niet gezond blijven.
Onze meest geliefde witte.
Longkruid verdraagt schaduw prima. Maar staat, net als de meeste planten, als er voldoende vocht is ook graag in de zon.
Dit is een van onze favorieten vanwege de grote bleek opaal-blauwe bloemen.
Het blad heeft grote zilveren plekken.
Porselein plant.
Een Duitse cultivar met dun gevlekt zachtgroen blad en dromerige zachtroze bloemen.
Lang de beste roze naar wij dachten maar inmiddels zwaar beconcurreerd door 'Pink Haze' en 'Pierre's Pure Pink'.
Kies zelf maar.
Voor de afwisseling eens aan iets wilder wildemanskruid dan de gebruikelijke ouderwetse zaairassen.
Deze planten zijn ook gezaaid dus de kleur kan variëren van dat bijzonder maan-blauw tot donker paars, heel soms wit.
Deze soort komt wild voor in Europa, Russland, China, VS en Canada. Het is de nationale bloem van Finland.
Zo harig dat we hier misschien wel op de grens tussen het plantenrijk en het dierenrijk zitten.
Na de snoeperige bloemen komen lekkere pluizen.
Een goed vaste voorjaarsbloem met een beestachtig spannende zomergestalte.
Deze is veel verfijnder dan de andere Pycnanthemum, met haar smal geveerd blad.
Kleine knoopachtige witte bloemen in clusters, de hele zomer
dit is geen muntsoort, maar ze heeft wel een munt-geur.
Het geslacht Pycnanthemum werd vroeger tot de Mentha gerekend.
Een amerikaanse bosrandplant met heerlijk zilveroplichtend topblad.
Een van de beste vlinderplanten die er zijn!
Bovendien heerlijk geurend.
Het blad kun je vers kauwen, of je kunt er thee van maken.
De eerste keer dat ik deze plant met paars gespikkelde witte bloemen en smal grijzig blad uit het zuiden van de VS zag stond er een bordje bij met: Origanum viride. De bijen uit een nabijgelegen korf vlogen er massaal op, zo'n bevlogen plant zag ik daarna nooit meer.
De groeiwijze lijkt inderdaad op die van marjolein. Het is ook een ex-munt: vroeger heette ze Mentha pilosum.
Die muntgeur blijft en wordt na drogen zelfs nog sterker.
Als ik twee peren moest kiezen, dan deze en 'Doyenne du Comice'. En gelukkig zijn die twee ook nog goede bestuivers voor elkaar. Lang gelden hadden we een boomgaardje in beheer met vooral 'Conference', de 'Doyenne du Comice' stonden er tussen als bestuivers.
Goed bewaarbaar en lang lekker.
'Decora' maakt een mooie volle zuilvorm. De peren zitten aan korte zijtakken dicht tegen de stam. Uiteindelijk wordt deze zuil 150 tot 180 cm hoog.
Ze is zelfbestuivend.
Houd de zijscheuten kort door ze in de zomer te snoeien tot op enkele centimeters van de stam.
De rode blos geeft het al weg; heerlijk zoet, sappig en aromatische vruchten in september-oktober.
En dit is mijn allerliefste peer. Ze worden ongeëvenaard zacht en sappig wegsmeltend als ze goed rijp zijn.
Ook deze kan een flink stuk de winter in worden bewaard.
'Conference' is een goede bestuiver maar ze kan zich ook redelijk zelf bestuiven. Er kunnen dan zelfs pitloze peren ontstaan.
Gevonden door Comice Horticole de Maine et Loire en in 1849 geïntroduceerd.
Deze peer maakt geen kroon. De vruchttakken blijven kort dus de heerlijk zoete sappige peren hangen dicht bij de stam. Ze groeit traag en blijft zeer compact. Snoei is vrijwel niet nodig. Zeer geschikt dus voor een kleine tuin, of zelfs in pot.
Ze is bovendien goed zelfbestuivend.
In oktober haal je je plintenladdertje uit de schuur voor de oogst.
'Triomphe de Vienne' is een klassieke peer. Ze groeit snel maar blijft als laagstam klein.
Goede bestuivers: Bonne Louise d'Avranche, Charneux, Clapps Favorite, Conference en Doyenne de Comice.
Onze klas op de landbouwschool bleef een week half leeg toen we een boomgaard 'Triomphe de Vienne' op stam hadden gekocht. In een zwaar overbeladen Dafje vol kratten reden we een deel van de oogst naar Limburg.
Nashiperen komen oorspronkelijk uit China en Japan, maar ze kunnen hier ook goed vrucht dragen.
Ze zijn eenhuizig en kunnen zichzelf bestuiven maar de vruchtzetting is beter als er meerdere rassen worden gecombineerd.
De zoete vruchten rijpen in september en hebben een beetje een karamel smaak. Ze kunnen tot februari worden bewaard.
'Chojuro' is zeer vruchtbaar, een oud Japans ras met goed smakende kleine vruchten.