Betrouwbare plat groeiende bodem bedekkende tijm voor zonnige droge plekken.
Ze vormt een dichte zode met licht behaard wat grijzig blad. Makkelijke plant. De naam is wat omstreden maar hanteerbaar.
Een goede trouwe klassieker.
Heel verrassend, die sterke karwijgeur van deze. De plant groeit plat en bouwt zich een beetje op als een heuveltje.
De naam herba-baronne komt van the baron of the beef, vrij vertaald 'het lendestuk van het rund' verwijzend naar de traditionele toepassing van dit kruid. 'Caraway' is een toevoeging die niet echt nodig is, dit is de originele vorm en de geur is overduidelijk.
Makkelijk, pittig, heerlijk en ook geschikt voor vegetariërs.
Deze het sterkst van allemaal naar citroen geurende tijm is officieel geen citroentijm. De geur is precies die van citroenverbena of verveine (Aloysia triphylla).
En die ruikt meer naar citroen dan citroen zelf naar citroen geurt.
Sterk en makkelijk, zeer vol en bossig groeiend.
Vooral die Goddelijke geur is onovertroffen.
Ook deze ruikt naar citroen. De speciale groeiwijze maakt de plant bovendien heel geschikt als bodembedekker of om over een muur te laten hangen. Thymus longicaulis groeit heel snel en maakt zeer lange stengels (tot 1 m).
Thymus longicaulis verdraagt wat schaduw.
Uit Spanje waar het kruid bekend staat als Mastichina. De Etherische olie trof ik in Frankrijk aan onder de naam Thym blanc. De geur is zeer afwijkend. Moeilijk te beschrijven maar het gaat een beetje richting coriander met een fleugje fris en zuur, heerlijk. Ook in de keuken een bijzondere smaak die om experimenteren vraagt. Denk hierbij aan vis oven schotels. Fijn lichtgrijs spits blad, witte bloemen in borstelige kransjes om de stelen. Niet volledig winterhard in onze streken, dus in pot houden.
Wol-tijm heeft harig blad dat de plant een grijs-viltig uiterlijk geeft.
In de winter is het donkerder; een soort grijs-antraciet.
Het is een harde groeier. Over een muurtje kan ze heerlijk gaan overhangen. We hebben een pol in onze grijze border die wel 50 cm overhangt.
Op de juiste plek; droog en zonnig, een van de meest standvastige kruiptijmen.
Knuffeltijm.
Groot opvallend crème gevlekt, rond blad met soms een vleugje roze.
Een vrij onbekende, bonte cultivar van deze inheemse tijm. De wilde vorm komt voor op kalkrijke grond in de duinen, Zuid Limburg en het rivierengebied. Zoals valt te verwachten doet deze het prima in ons klimaat. Ook schaduw wordt nog redelijk goed verdragen.
Bloeirijke, donkere in Joegoslavië wild gevonden selectie van onze inheemse grote wilde tijm.
Bossig kruipend met groot glanzend, donkergroen blad en lange bloeiaartjes.
Als inheemse soort op zijn plek en vanzelfsprekend heel makkelijk, ze verdraagt zelfs wat schaduw.
Tijm zonder kapsones, eetbaar, maar niet echt lekker, wel prachtig.
Deze gewone inheemse kruiptijm hebben we maar weer eens gezaaid. Dat levert lekker volle wat variabele planten op.
Een gemakkelijke plant voor droge zonnige plekjes.
Je kunt ze laten verwilderen, eventueel ook in een arme kalkrijke grasberm zoals die van ons.
Deze staat ook op het groendak van de bijenstal op het hoogste punt van onze kwekerij.
Gekregen onder een andere naam maar gecorrigeerd naar het bovenstaande. (sorry)
In deze groep is naamgeving nog een rommeltje; aanleiding tot veel discussie. Het geslacht is nog volop in beweging. Ik raak er ook regelmatig van in de war.
De bloemetjes zijn klein en diep purper-roze van kleur en talrijk. Met z'n allen maken ze er een hoos van, behalve bloemen zie je dan niets.
Een sterke, groeikrachtige, bladhoudende, bodembedekkende kruiper.
Een nieuwe kruiptijm uit zaad met een wat fellere kleur dan de originele wilde.
Licht geurend en volledig plat groeiend.
Makkelijk spul mits het stevig vriest.
Wollig, diep olijfkleurig blad en een feestelijke hoos van opvallende fris roze bloemen in juni.
Probleem kan zijn; de overdreven rijke bloei. Bij ongunstig (nat) weer willen ze zich nog wel eens bijna kapot bloeien.
Maar meestal herstellen ze zich prima na een regen opdoffer.
Bloemenfeest dus.
Als deze bloeit is het blad onder de bloemen niet meer te zien. De sneeuwwitte bloemen hebben liever niet te veel regen, dat is logisch.
Gelukkig voor de naar nectar zoekende insecten is deze schoonheid goed vast.
Als het weer een klein beetje meevalt is dit rijkelijk sneeuw voor de de zon.
Vermoedelijk is dit een zeer oude cultivar uit 1914 van Six Hills Nursery. Maar in al die jaren wil wel eens wat verwisseld worden.
Dus we houden de aanduiding vaag.
Donkergroen blad en donkerroze bloemen. Sterk en betrouwbaar. In de winter kleurt het blad antraciet.
Vroeg en bijzonder rijk bloeiend.
Zeer plat.
In de verte op lavendel lijkende geur. Vandaar de volksnaam.
Compacte groei in een klein hoekig bolletje dat mooi vol blijft in het hart
Driehoekig blad als bij T. carnosus en T. camphoratus maar dan wat fijner.
Kan net als citroentijm wat last hebben van strenge vorst.
Bijzonder zeldzaam en geurig.
Zowel voor de keuken als voor de tuin. Veel compacter en aromatischer dan de gewone gezaaide wintertijm, het blad is stevig en een beetje dikvlezig.
Een heerlijk, net bol struikje.
Een van de beste voor keukengebruik.
Deze heerlijke bijzondere geur ben ik wel vaker in het wild tegengekomen in zuid Frankrijk: sinaasappel met een vleugje badedas kun je het noemen.
Wel meer iets voor heilzame verkwikkende thee met wat honing, dan in gerechten.
Het blad is grijs-groen.
Fris en fruitig in ieder geval.
Heerlijk en rijk bloeiend.
Bijzonder geschikt voor keukengebruik.
Sterk lijkend op Thymus vulgaris 'Compactus' maar met een iets mooiere uniform ronde compacte habitus en wellicht ook wat welriekender.
Voor de professionele tijm kweker en tijm gebruiker.
Dit is je professionele keukentijm.
Deze kwam uit Spanje verbasterd tot ons als; Thymus faustini en bleek volledig winterhard.
Het is de recent ontdekte kruising uit de streek van Murcia van waarschijnlijk T. mastichina subsp. mastichina met T. granatensis subsp. micranthus en dat is een spannende combinatie.
Vooral de matig winterharde mastichina is heerlijk en bijzonder van geur.
De geur van tomillo maakt mij gelukkig.
Borage bloemetjes uit Oost Europa, maar dan met leuk gekrulde slipjes aan de bloemblaadjes. Gedraaid zoals de propellertjes die we als kinderen op de kermis wonnen. Bloeit vroeg voordat het grote blad verschijnt. Bloem, blad en wortel worden in Turkije gegeten als 'aci hodan'.
Ze woekert een beetje met rhizomen, dus een goede bodembedekker zelfs voor droge schaduw.
Voor een rijk onbekomkommerd schaduw plekje.
In Engeland wordt Tulbaghia, Society Garlic genoemd. Knoflook mag zich hierdoor vereerd voelen want we hebben het over een zeer edele plant. Het sierlijke blad met crème strepen in de lengte ruikt als knoflook. De lilaroze bloemen zijn fruitig geparfumeerd en verschijnen de hele zomer op lange stelen. Makkelijke potplant, mooi eetbaar alternatief voor Agapantus. Tulbaghia violacea komt uit Transvaal. Bij ons net niet winterhard, dus voor de zekerheid wel in de garage overwinteren.
Net als 'Emblue' een compacte bossige struik die ook in pot kan worden gehouden.
Matig grootvruchtig maar redelijk zelfbestuivend hoewel kruisbestuiving grotere vruchten geeft.
Een hybride ras met een zeer goede smaak ontstaan uit de kruising van Vaccinium corymbosum met Vaccinium angustifolium.
Klein maar fijn.
Deze kruising van Vaccinium ashei x corymbosum heeft een bijzondere kleur voor een bosbes. De klokjesbloemetjes doen mee met de grap en zijn ook leuk roze. Ze is uitstekend zelfbestuivend en zeer gezond. De bessen rijpen in augustus en smaken voortreffelijk fris zoet als een snoepje.
Ze houdt van humeuze licht zure grond.
Hier kun je echt indruk mee maken; roze blauwe bessen.
Een Amerkaans ras uit 1954.
Bijzonder grote, bedauwde goed bewaarbare vruchten met een aangename smaak.
Productief en droogteresistent.
Oogst: vier weken vanaf eind juli.
Een gemakkelijke ziektevrije struik. Goed zelfbestuivend voor oogst in juli.
Grote zoete vruchten, best vers van de struik gegeten, of tot maximaal na een week bewaren in de koelkast. Uiteraard behoren een luxe confiture of wijn ook tot de mogelijkheden.
Vanwege de bossige groei kan deze ook prima in pot. Liefst wat zuur, humeus en vochtig.
Grote rijkdom.