In onze tuin staat een inmiddels redelijk grote, wat rommelige zaailing waar we elke winter de noten van genieten. Ze hebben een wat dikke schil maar smaken prima.
'Robijn' is geselecteerd op resistentie tegen late nachtvorsten.
Dit is een netjes opgekweekt boompje met een mooi rechte stam en een bolrond pruikje.
Het is de eerste fruitsoort die bloeit en dus waardevol voor hommels,bijen en andere insecten.
Dit is mogelijk een kruising met een kersen soort en groeit dan daardoor graag op een stam en niet struikvormig zoals de meeste sleedoorn. De vruchten zijn na verwerking goed eetbaar, maar ook leuk voor de vogels.
Sleedoorn is een typisch Limburgse struik, dit is de prachtige roze variant.
Het rozige zusje van de roos.
Voor de afwisseling eens aan iets wilder wildemanskruid dan de gebruikelijke ouderwetse zaairassen.
Deze planten zijn ook gezaaid dus de kleur kan variëren van dat bijzonder maan-blauw tot donker paars, heel soms wit.
Deze soort komt wild voor in Europa, Russland, China, VS en Canada. Het is de nationale bloem van Finland.
Zuiver witte bloemen in het vroege voorjaar, zo rond Pasen een soort mijlpaal.
De zaden ontstaan in heerlijk warrige pluizen waar de plant nog lang sierwaarde aan ontleent.
Ze mogen graag in een soort rotsplant omgeving groeien.
Wit wildemanskruid is helemaal pluis.
Zo harig dat we hier misschien wel op de grens tussen het plantenrijk en het dierenrijk zitten.
Na de snoeperige bloemen komen lekkere pluizen.
Een goed vaste voorjaarsbloem met een beestachtig spannende zomergestalte.
Een nog onontdekte kleur voor deze voorjaarsbloeiende rotsplant.
Ze groeien hier niet ver vaandaan in Duitsland in het wild en daar kom je vast ook deze heerlijke kleur tegen. Van nature zijn ze diep paars-blauw.
Echt een bloemetjes plant.
Paasklokjes zou je ze kunnen noemen deze fijne vroege en best grote bloemen voor zo'n kleine plant.
Als ze het naar hun zin hebben, op een best warm plekje in doorlatende grond kunnen ze hele plakken vormen.
De zaaddozen zijn lollige pluizebollen.
Dit zou de meest winterharde cultivar van granaatappel zijn. Schattingen over de winterhardheid lopen uiteen tussen -13 en -20. Op een iets beschutte plek zou ze buiten moeten kunnen overwinteren.
Ze komt oorspronkelijk uit Iran, maar wordt al duizenden jaren in Italië gekweekt, voornamelijk voor het diep rode sap. De vruchten die in augustus-september rijpen hebben vrij weinig pitten en veel sap.
De naam is afgeleid van Grenada waar de Moren ze introduceerden.
Een amerikaanse bosrandplant met heerlijk zilveroplichtend topblad.
Een van de beste vlinderplanten die er zijn!
Bovendien heerlijk geurend.
Het blad kun je vers kauwen, of je kunt er thee van maken.
De zoet sappige vruchten rijpen eind september en smelten quasi in je hand.
In 1820 gevonden door Bonnet uit Boulogne sur Mer en vernoemd naar
monsieur Hardy, directeur van de 'Jardin de Luxembourg' in Parijs.
Ze kan zich zelf bestuiven maar de opbrengst wordt aanzienlijk verhoogd wanneer een van de volgende rassen in de buurt staan: 'Bonne Louise d'Avranches', 'Charneux' 'Clapp's Favorite', 'Conference', 'Doyenné du Comice', 'Gieser Wildeman', 'Supertrevoux' of 'Triomph de Vienne'.
Als ik twee peren moest kiezen, dan deze en 'Doyenne du Comice'. En gelukkig zijn die twee ook nog goede bestuivers voor elkaar. Lang gelden hadden we een boomgaardje in beheer met vooral 'Conference', de 'Doyenne du Comice' stonden er tussen als bestuivers.
Goed bewaarbaar en lang lekker.
En dit is mijn allerliefste peer. Ze worden ongeëvenaard zacht en sappig wegsmeltend als ze goed rijp zijn.
Ook deze kan een flink stuk de winter in worden bewaard.
'Conference' is een goede bestuiver maar ze kan zich ook redelijk zelf bestuiven. Er kunnen dan zelfs pitloze peren ontstaan.
Gevonden door Comice Horticole de Maine et Loire en in 1849 geïntroduceerd.
Dit zusje van Pyrus salicifolia var. pendula bloeit wat rijker en heeft net zulke leuke kleine peertjes.
Een heerlijk gedrongen, handzaam zilver boompje. Iedereen denkt dat het een olijf is maar deze schoonheid komt tot 1700 m hoog voor in Albanië, Turkije, Roemenië, Griekenland en de Krim. Ze heeft dus geen enkel probleem met zelfs onze strengste winters.
Het zacht zilveren blad heeft de vorm van een bootzeil, vandaar de naam.