Deze kwam uit Spanje verbasterd tot ons als; Thymus faustini en bleek volledig winterhard.
Het is de recent ontdekte kruising uit de streek van Murcia van waarschijnlijk T. mastichina subsp. mastichina met T. granatensis subsp. micranthus en dat is een spannende combinatie.
Vooral de matig winterharde mastichina is heerlijk en bijzonder van geur.
De geur van tomillo maakt mij gelukkig.
Deze grote toorts maakt bloeistengels met ingetogen zachtgele bloemen die de hele zomer langer worden. Soms zakken ze in om zich vervolgens weer op te richten en opnieuw ten hemel te trekken. Dat resulteert in een kronkelende slang die we in de winter vanwege het vrolijke silhouet neigen te laten staan. De hele plant is grijs en wollig behaard. Zelfs de bloeistengels zijn zwaar gestoffeerd. Tweejarig, dus zaad winnen of laten uitzaaien.
'Delta Blues' is een nieuwe cultivar van Matt Dirr uit Georgia met een goede compacte plantvorm.
Ongesnoeid wordt deze meer dan twee meter hoog. Maar wij snoeien ze in het voorjaar net als vlinderstruiken. Dan blijven ze veel compacter en lager.
Vitex agnus castus heeft geurend blad en is zeer geliefd bij vlinders en bijen.
De bijzondere witte vorm is net zo aantrekkelijk voor bijen en vlinders als de gewone monnikspeper en heeft datzelfde sierlijk gesneden handvormig en geurige blad maar dan met een zilveren waas.
Ze kan in strenge winters wat invriezen. Maar herstelt zich daar prima van.
Atheense vrouwen zouden het blad in bed hebben gelegd om kuisheid te bewaren tijdens het feest van Ceres. Nog steeds is ze in gebruik als medicijn ter regulering van de geslachtshormonen huishouding.
Als monnikspeperfan kan ik het niet laten er een compleet sortiment van te vermeerderen. Nadat we op Kreta door heerlijke geurende Vitex bossen hebben gewandeld ben ik helemaal verkocht.
Inmiddels hebben we er heel wat in onze tuin die het allemaal prima doen.
Deze roze vorm kom je maar zelden tegen.
Snoei ze net als Buddleja in het voorjaar.